Wat is dyslexie?

Een kind heeft voldoende hulp gekregen op school om te leren lezen en spellen. Maar tóch blijft hij of zij er maar moeite mee houden. Dan kan er sprake zijn van dyslexie.

De officiële definitie volgens het Protocol Dyslexie Diagnose en Behandeling luidt: “Dyslexie is een specifieke lees- en spellingstoornis met een neurobiologische basis, die wordt veroorzaakt door cognitieve verwerkingsstoornissen op het raakvlak van fonologische en orthografische taalverwerking.”

Deze vrij technische omschrijving geeft aan dat dyslexie vooral een probleem is met de verwerking van taal. Iemand met dyslexie heeft vooral moeite om klanken en lettertekens aan elkaar te koppelen. Als een ‘normale’ lezer een letter ziet, wordt direct ook de bijbehorende klank opgeroepen. Voor iemand met dyslexie geldt dat niet op dezelfde manier. Bijvoorbeeld de letter b: iemand die als vanzelf leert lezen herkent de letter meteen. Een kind of volwassene met dyslexie heeft daar meer tijd voor nodig en ziet bijvoorbeeld in een b ook snel een d. Dit leidt tot ernstige problemen op het gebied van lezen en spellen. En daardoor wordt de ontwikkeling op school beperkt.

Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie en komt in alle talen voor. Vijf tot tien procent van de mensen is dyslectisch. Dyslexie komt in sommige families meer voor dan in andere. De precieze oorzaak van dyslexie is nog steeds niet bekend. Het is dan ook belangrijk om dyslexie bij kinderen tijdig te signaleren. Zo kun je problemen in de toekomst vóór zijn. Dit is ook aangetoond door veel onderzoek: bij lees- en spellingsproblemen heeft vroegtijdige, structurele hulp het meeste effect. Daarom zal, zowel op school als in de zorg, altijd zo vroeg mogelijk hulp worden geboden. En daarom is ook veel oefenen belangrijk.

Als bij een kind de diagnose dyslexie is gesteld, kan dit grote invloed hebben op het welbevinden van het kind en de omgeving. Soms krijgt het kind een hekel aan leren en lezen. Ook kan het lichamelijke klachten krijgen zoals buikpijn en hoofdpijn. Of klachten op sociaal-emotioneel gebied, zoals gevoelens van faalangst en onzekerheid. En als het kind thuis moet oefenen met lezen, dan gaat dat nogal eens met tegenzin.

 

(Bron: Hulpwaaier Dyslexie, Uitgeverij Pica.)